Highliners die hoog door de lucht van het ene dak naar het andere lopen. Zipp-lines en loopbruggen boven de Coolsingel. Mensen willen het programma van De Rotterdamse Dakendagen nog wel eens ‘onconventioneel’ noemen. Of ‘bizar’. Festivaldirecteur Léon van Geest begrijpt daar weinig van. ‘Ik vind het volkomen logisch wat we doen.’
Als Léon van Geest de deur naar het dak van de Bijenkorf opent en een groepje mensen het dak oplaat, klinkt het klinkt meteen van ohhh en ahhh. Het uitzicht is spectaculair: in de verte zien we de Erasmusbrug, de Markthal en de toppen van tal van woontorens. Onder ons krioelt het shoppende publiek in de Koopgoot en over de Coolsingel. Het is een beleving die niemand koud laat. ‘Dat is al acht jaar wat we doen’, zegt Van Geest, die in 2015 zijn eerste editie van De Rotterdamse Dakendagen organiseerde. ‘Mensen laten zien hoeveel ruimte er in onze stad is, die nu nog onbenut is. Ze enthousiast maken over dakengebruik, en laten zien wat er allemaal mogelijk is. In de hoop dat bijvoorbeeld ontwikkelaars iets gaan doen met die daken.’
Samen met mededirecteur Nikki Kamps en een team van tien enthousiaste medewerkers, werkt Van Geest toe naar een nieuwe editie van De Rotterdamse Dakendagen. Van 3 t/m 5 juni 2022 kun je weer het dak op. In één weekend zijn er vijftig daken te bezoeken en op tal van die daken gebeurt iets bijzonders.
Op het dak waar we nu staan, het dak van de Bijenkorf, organiseerde het festival in 2017 een beeldententoonstelling waar 10.000 mensen naar kwamen kijken. Een jaar later werd het omgetoverd tot een lavendelveld, dat 8000 belangstellenden trok. ‘Daarmee lieten we de Bijenkorf zien: jullie dak heeft waarde, mensen komen ernaartoe. We proberen ze te prikkelen hun dak te ontwikkelen. Want we staan nu op kiezels, maar stel je voor wat hier allemaal zou kunnen zijn.’
‘We zijn de enige stad met een multifunctioneel dakenbeleid.’
Léon van Geest wil met De Rotterdamse Dakendagen laten zien hoe daken kunnen bijdragen aan een gezonde, levendige, inclusieve, aantrekkelijke en toekomstbestendige stad. Want terwijl op het maaiveld wordt gevochten om ruimte, ligt die op de daken gewoon voor het oprapen, stelt hij. Om daar aandacht voor te vragen, maakt hij gebruik van de tijdelijkheid. ‘Als je het dak van de Bijenkorf duurzaam wil vergroenen, zegt de Bijenkorf: heb je een half miljoen voor me, want dat kost natuurlijk geld. Bovendien gaat de gemeente steigeren, want bestemmingsplan en noem maar op. Maar als wij zeggen: we willen een maandje iets leuks doen op je dak, dan kan het wél. Die tijdelijkheid geeft ons de mogelijkheid om inspirerende voorbeelden te laten zien en mensen te enthousiasmeren.’
De afgelopen jaren organiseerde De Rotterdamse Dakendagen tours, concerten en voorstellingen op daken. Het festival liet zien hoe je daken kunt inzetten voor sport en spel, voor kunst en cultuur, voor ontmoeting. Maar ook: hoe je daken gebruikt om energie te oogsten, water te bergen en hittestress te reduceren. ‘Er zijn steeds meer argumenten om iets met ons daklandschap te doen.’
Daklándschap, ja. Want Van Geest wil de daken in Rotterdam niet zien als losse eilandjes, maar als een landschap, zoals je ze vroeger al zag in futuristische tekenfilms als The Jetsons. ‘Met de Rotterdamse Dakendagen willen we daken verbinden. Niet alleen met elkaar, maar ook met de grond. Dan gaan ze echt onderdeel uitmaken van de stad en kan iedereen er gebruik van maken.’
Daarom bouwt het festival dit jaar de Rotterdam Rooftop Walk, een luchtbrug die het Bijenkorfdak met het dak van het WTC verbindt. Voor het ontwerp werkte het festival samen met het Rotterdamse architectenbureau MVRDV, voor de bouw met Dutch Steigers. ‘Je kunt straks dus vanaf hier’ (Van Geest wijst de rand van het Bijenkorfdak aan) ‘de Coolsingel oversteken, zodat je zélf kunt ervaren hoe het is om van het ene naar het andere dak te lopen. Spannend? Valt wel mee, toch?’
Tijdens de editie van 2017 liepen er voor het eerst mensen van dak naar dak. Zowel in 2017 als in 2018 liet De Rotterdamse Dakendagen highligners tussen prominente gebouwen in Rotterdam lopen. In 2019 kon het publiek zélf, in een tuigje, van het ene naar het andere gebouw roetsjen via een tokkelbaan. ‘Mensen zeggen dan’ (Van Geest zet een stemmetje op) ‘Oh, wat spectaculair, te gek! Maar we zijn heel serieus. We willen mensen van dak naar dak brengen. Daarom nodigen we dit jaar iedereen uit om over de Rotterdam Rooftop Walk te lopen. Om samen het enorme potentieel te ontdekken van de 18,5 vierkante kilometer aan platte daken die Rotterdam rijk is. Dat is 18,5 keer de Kralingse plas!’
De Rotterdam Rooftop Walk wordt een wandeling op hoogte en tentoonstelling in één. Want terwijl je hoog boven de Coolsingel flaneert, hoog boven het winkelend publiek en de auto’s in de file, passeer je presentaties van bijzondere dakprojecten: het Schieblock met de Dakakker, het Depot van Museum Boijmans Van Beuningen, De Groene Kaap. Ze zijn allemaal ontworpen door Rotterdamse bureaus.
‘We maken gebruik van de tijdelijkheid om het potentieel van daken te laten zien.’
De Rotterdamse Dakendagen is echter niet alleen een Rotterdams feestje. ‘We willen de beweging juist graag veel groter maken, zegt Van Geest. ‘Daarom wisselen we volop kennis, ideeën en inspiratie uit met andere steden. Zo vormen we een alliantie met acht Europese steden: Barcelona, Nicosia, Faro, Belfast, Amsterdam, Antwerpen, Chemnitz en Göteborg. Dat deze steden zo van elkaar verschillen, maakt het juist interessant, we pakken het allemaal anders aan. Natuurlijk volgen we ook met belangstelling wat steden als Parijs doen, met hun urban farms op daken. En New York, waar ze heel innovatief met daken omgaan.
‘Rotterdam heeft de afgelopen jaren een flinke sprong gemaakt als het om de aandacht voor daken gaat. We zijn de enige stad die ik ken met een multifunctioneel dakenbeleid en ambtenaren die hier fulltime mee bezig zijn.’
Een architectuurfestival in schaapskleren, noemt Van Geest zijn Dakendagen weleens. ‘Het gaat over de stad en over architectuur, maar dan leuker. Met tours en bijzondere ervaringen op daken.’ Ineens beginnen de klokken van het WTC te luiden en kunnen we elkaar niet meer verstaan. ‘DIT IS EEN KUNSTWERK,’ roept Van Geest boven het lawaai uit. ‘DUURT VIJF MINUTEN!’ Dus kijken we maar even om ons heen. Naar de kiezels onder onze voeten. En laten we onze fantasie de vrije loop over wat hier, hoog op het dak van de Bijenkorf, nog meer zou kunnen zijn: een weelderige daktuin, een terras, zonnepanelen, een sportveld misschien? ‘Er is van alles mogelijk,’ zegt Van Geest, als het weer even stil is. ‘En ik ben ervan overtuigd dat dit dak over tien jaar toegankelijk en/of groen is. Maar zoals altijd in de architectuur zijn het langzame processen en moeten we een lange adem hebben. Mensen vinden het iets bijzonders om een dak te betreden. En bizar om via een luchtbrug naar de overkant te lopen. Zolang dat zo is, hebben wij nog veel werk te doen.’