Dezelfde ervaring, maar dan online

Vijftigste International Film Festival Rotterdam opgeknipt in twee delen

“Het is zoeken naar nieuwe kansen”, stelt Marjan van der Haar. Zij is samen met Vanja Kaludjercic directeur van het Internationaal Film Festival Rotterdam. “De coronacrisis heeft ons voor een enorme uitdaging gesteld. Maar een ding wisten we direct: we gaan door. Het is voor ons ondenkbaar dat er géén IFFR is. In 2021 al helemaal niet, want dat is ons jubileumjaar. Dan bestaat het IFFR vijftig jaar.” De oplossing: een week in februari met wat je het reguliere programma zou kunnen noemen, en een feestelijke jubileumweek in juni.

De 49ste editie van het IFFR was zo’n beetje het laatste onbezorgde evenement van 2020 in de stad, al hadden de laatste internationale gasten soms al moeite om weer huiswaarts te keren. Vlak daarna werd ook ons land geconfronteerd met de eerste maatregelen in de strijd tegen het coronavirus. “Het voelt alsof ik tien jaar terug in de tijd ga als ik aan de vorige editie denk”, stelt de directeur mismoedig. Van der Haar: “We leven inmiddels in een gecomprimeerde tijd, waarin we zoeken naar een nieuwe manier van denken: van groots festival naar een ander soort groot. Je kunt je nu niet meer voorstellen dat we met 1500 mensen in één zaal zaten om films te kijken.”

Festivalervaring
Midden in de eerste golf van de coronacrisis is het IFFR-team gaan nadenken over de vraag op welke innovatieve manier een jubileumeditie eruit zou moeten zien. Onder strikte coronaregels. “Ik heb met bewondering naar het team gekeken”, stelt Van der Haar. “We wilden ons voorbereiden op een crisis die lang gaat duren. Zodat we overal op voorbereid zouden zijn. Het gekke is, dat we nadachten over de vraag wat kan werken zonder te weten hoe de wereld er in 2021 uit gaat zien.”

Het IFFR is gaan uitsplitsen naar de verschillende groepen mensen die het festival bezoeken. Zo is er een groot internationaal publiek, gasten uit de filmindustrie, nationaal publiek en tot lokaal publiek. Die laatste twee groepen komen net zo goed voor het randprogramma als voor de films zelf. “Voor iedere groep hebben we bedacht hoe we ze het beste kunnen bedienen en ze een festivalervaring geven, al kunnen we niemand fysiek ontvangen. Voor een deel werkte dit als een versneller voor plannen die we al aan het uitdenken waren, want als groot festival moet je continu innoveren om je publiek aan je te blijven binden.

Ook zijn we met andere filmfestivals, zoals Cinekids en IDFA, gaan overleggen hoe je je films en je randprogramma als talkshows en masterclasses kunt blijven aanbieden, maar nu online. We staan allemaal voor dezelfde uitdagingen. Innovaties als ticketsales konden we samen verder ontwikkelen en gezamenlijk bekostigen.”

Films op objecten in de stad
Wat doe je om toch dat grote publiek te bereiken, zonder al die mensen op een klein oppervlak bijeen te kunnen brengen? Spreiden. Dus bedient het IFFR vanaf 1 februari een week lang de filmindustrie en het (internationale) publiek volledig online. “Nieuw talent, nieuwe stemmen in de internationale film blijven we zo brengen in de periode waarin we dat traditioneel doen: begin van het jaar. Competities die we elk jaar organiseren om nieuwe filmmakers een podium te bieden, vinden ook in deze periode plaats.

In juni organiseren we de feestelijke viering van vijftig jaar IFFR, waarbij we onze aandacht richten op ons nationale en lokale publiek. Dan vieren we onze historie. Zo hebben we met Tiger on the loose een heel nieuw concept bedacht: verspreid door de stad vind je allerlei groene objecten waarop je via augmented reality films vanaf je smartphone projecteert. In kleine groepjes kun je, wandelend door de stad, clips zien van IFFR-klassiekers. Ook projecteren we door studenten gemaakte bewerkingen van onze oude filmposters op de zijkant van Pathé in de stad. Het zijn slechts een paar voorbeelden van alles wat we doen om de stad die collectieve beleving mee te geven.”

Het wezen van een filmfestival
Het is een ongelofelijke opgave geweest, maar Van der Haar is enthousiast over alles wat bereikt is om het IFFR coronaproof door te laten gaan. “Anders dan je gewend bent, maar tegelijk ook het IFFR zoals je dat gewend bent. IFFR en de stad Rotterdam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En ja, ik hoop stiekem dat we in juni iets meer kunnen dan in februari. Maar het mooie is: ons programma in 2021 is zo opgebouwd dat we flexibel kunnen inspringen op de bewegingsvrijheid die de wereld op dat moment heeft. Ik denk dat we sommige van de nu bedachte innovaties structureel in ons festival zullen inbouwen. Maar ik ben er ook van overtuigd dat een zaal met een doek, publiek en live debat met filmmakers altijd onderdeel blijft van het IFFR. Dat is het wezen van een filmfestival.”

Mijn selectie