Samen met twee onderaannemers hoedt stadsherder Martin Oosthoek 2500 schapen in en rondom Rotterdam. Goed voor de biodiversiteit. En voor de lokale wolvoorziening … zou je denken. Jarenlang werd de Rotterdamse wol helaas verbrand, omdat het niks opleverde. Dat veranderde, toen Martin hierover met de gemeente in gesprek ging.
Het was eigenlijk een terloopse opmerking, die het balletje -of beter bolletje- aan het rollen bracht. Martin was in gesprek met een gemeenteambtenaar over het reilen en zeilen van zijn kudde. ‘Ik zei dat de begrazing goed ging, maar dat het wel jammer was dat de wol werd weggegooid’, vertelt de stadsherder. ‘Elk jaar 5000 kilo wol zomaar de verbrandingsoven in. Dat moest toch anders kunnen? Die man was het met me eens, want dit paste niet in de circulaire ambities van de stad.’
Martin werd in contact gebracht met de transitieregisseur Groene Stromen bij de gemeente. ‘Zij heeft dat heel goed opgepakt en er een speciaal project van gemaakt: De Zachte Stad. Ontwerper Christien Meindertsma, die de mooiste dingen kan maken van wol, werd gevraagd aan dit project mee te werken.’ De ontwerpster bracht al haar kennis van ontwerpen en produceren met lokale wol mee in het project, net als haar liefde voor het zachte en tegelijkertijd oersterke materiaal. Ze mocht zich uitleven op een zeecontainer met 5000 kilo Rotterdamse schapenwol. Ook al was het materiaal gelabeld als afvalwol, Christien was aangenaam verrast door de goede kwaliteit.
‘Misschien loop ik ooit wel in kleding van mijn eigen kudde’
Behalve kleding kent wol ook andere circulaire toepassingen. Zo zou schuimvulling van composieten in auto’s en meubels heel goed en veel milieuvriendelijker door wol vervangen kunnen worden. Tijdens haar werk voor het project vond Christien Meindertsma zelfs nog iets uit. Zij ontdekte dat je zónder water te gebruiken, machinaal 3D met wol kunt vilten. Daardoor kun je er grotere objecten mee maken, bijvoorbeeld om schuimrubber te vervangen. Daarnaast kan schapenwol worden toegepast in producten voor luchtzuivering of isolatie, als bodemverbeteraar, designproducten van vilt of biobased bouwmateriaal voor groendaken.
Martin is blij dat er nu iets met de wol gedaan wordt. ‘Ik heb bijvoorbeeld een kostuum van Rotterdamse wol gezien, waar je echt niet in voor lul loopt. Ongelooflijk wat ze allemaal met de wol van onze schapen kunnen maken. Ik ben daardoor zelf ook anders naar wol gaan kijken. Als ik schapen uitkies, let ik nu beter op de vacht. Terwijl het me eerst vooral ging om een goed begrazingsschaap met goed kuddegedrag. Misschien loop ik ooit wel in kleding van mijn eigen kudde. Gaaf toch?’