Levenswerk Rotterdamse uitbaters Clara en Sjaak Sies
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. En in het geval van Clara en Sjaak Sies is dat eigenlijk maar goed ook. In 2002 stonden ze aan de basis van de Voedselbanken in Nederland. Na hun afscheid, hebben ze toch weer de Stichting Gaarkeuken Rotterdam opgericht. “Het is eigenlijk belachelijk dat het moet, maar er raken steeds meer mensen in de problemen.”
Clara en Sjaak zijn beslist geen Bill en Melissa Gates die vanuit hun fortuin de wereld wat beter proberen te maken. Als het om problemen gaat, hebben ze zelf met hun poten in de modder gestaan, om het maar eens op z’n Rotterdams te zeggen. Ooit waren zij de trotse uitbaters van een kleding- en sieradenwinkel op de Dordtselaan, maar de zaak ging in 1986 over de kop. “Veel hulp was er toen nog niet”, blikt Clara terug. “We hebben zelf in vier jaar tijd onze schulden gesaneerd. Maar ja, wat moet je? Beiden hebben we onze school niet afgemaakt en volgens de instanties waren we toen al te oud om ergens te worden aangenomen. We kregen natuurlijk wel een uitkering, maar dat knaagt dan toch. Je wilt er eigenlijk iets voor terug doen.”
Martin Luther King
Dat ‘iets terug doen’ is wel enigszins uit de hand gelopen. Het leverde de Siesen inmiddels Koninklijke onderscheidingen, de Martin Luther King Lifetime Achievement Award en ontmoetingen met vele ministers en de Koning op. Én binnenkort een boek, maar daarover straks meer. Wat het niet opleverde was een dikkere portemonnee. “Pensioen hebben we nooit opgebouwd, dus we doen het nu met twee keer AOW en wat toeslagen.” Clara gaat er zeker niet onder gebukt. “We wonen al 35 jaar in Vreewijk. “Hartstikke prima”, aldus de moeder van vijf kinderen en oma van tien kleinkinderen.
Maar goed, terug naar 1999. Dat terugdoen voor de samenleving werd de stichting Minus-Plus. Clara: “We wilden faciliteren dat mensen die te veel hadden, hun spullen konden delen met mensen die veel te weinig hadden. Meubelen, kleding, noem maar op. Echt lekker liep dat niet. Gelukkig kwamen we Peter Koppert van kwekerij Koppert Cress tegen die het idee had om voedsel te verstrekken aan gezinnen die dat nodig hadden, waar bakkerij Rodenburg uit Berkel en Rodenrijs zich later bij aansloot. Wij zorgden voor de distributie en zo voorzagen we dertig arme gezinnen van extra voeding.” “,
Hartverwarmend
Een bezoek aan de Voedselbank in België eind 2001 bleek een eyeopener. “Wat ze daar deden was echt fantastisch. Allerlei grote voedingsbedrijven brachten hun producten die over waren of spullen met een foutje op de verpakking. We waren helemaal enthousiast en hebben begin 2002 de Voedselbank Nederland opgericht. Een brief ging uit naar alle grote voedingsbedrijven in en rond Rotterdam, en… het bleef oorverdovend stil.” Een artikel in het Rotterdams Dagblad bracht daar echter verandering in. “We werden ineens platgebeld. Die had nog een pallet met zus en die had nog een doos met zo staan. Een groep van veertig deelnemers aan de opleiding Jumpstarters adopteerde ons en zorgde elk met een creatieve actie voor minimaal duizend euro om te investeren. Daarvan konden we eindelijk een goede bestelbus kopen en een logo laten ontwerpen. Van het Havenbedrijf Rotterdam mochten we een loods van 2.000 vierkante meter huren voor één euro per jaar. Van Unilever kregen we kantoorinrichting. Echt hartverwarmend.”
Die ene Voedselbank in Rotterdam werd twee. Twee werden er drie. En zo verder. Inmiddels zijn er in Nederland 171 voedselbanken en tien distributiecentra, waar uitsluitend vrijwilligers – zo’n 13.000 – werken. Wekelijks worden meer dan 40.000 gezinnen ondersteund en in 2020 werden maar liefst 44 miljoen producten uitgedeeld. Niet echt iets om trots op te zijn als land, maar als levenswerk van Clara en Sjaak zeker wel.“,
Mediabank voor dit verhaal
Er zijn geen items gevonden