BlueCity, voorloper in de circulaire economie

BlueCity zet Rotterdam internationaal op de kaart als duurzame stad

Wie het begrip duurzaamheid laat vallen, zegt tegenwoordig eigenlijk in een adem door ook BlueCity. Het bedrijf dat een circulaire economie promoot, bestaat vijf jaar. Zij heeft in die tijd Rotterdam op de internationale kaart gezet als koploper in duurzaamheid. Voor communicatiemanager Diana van Ewijk is er echter nog veel te winnen: “We kunnen met elkaar nog heel veel meer doen om onze economie ook ecologisch verantwoord te maken.” BlueCity is voor haar de katalysator om dat te bereiken.

Het idee achter BlueCity, gevestigd in het gewezen zwemparadijs Tropicana, komt uit het boek Blauwe Economie van Gunter Pauli. Dat is een alternatieve economie gebaseerd op het gebruik van afval als een grondstof. “Net zoals boom die in een bos omvalt geen afval is, maar bron van nieuw leven”, stelt Van Ewijk. “Na het lezen van dit boek richtten Siemen Cox en Mark Slegers in 2012 Rotterzwam op in het voormalige beauty centrum van Tropicana. Voor de kweek van hun oesterzwammen gebruikten ze het koffiedik van Aloha, de pop-up bar die gevestigd was in de voormalige wildwaterbaan. Zo sloten zij een afvalstroom in het pand. Hieruit ontstond het idee om van Tropicana een broedplaats te maken voor duurzame initiatieven. Met het aankopen van Tropicana door impactinvesteerder stichting ifund kon die droom werkelijkheid worden.”

Circulair
Inmiddels zijn er enkele tientallen bedrijven gevestigd in het opvallende pand aan de Maasboulevard; van een bierbrouwerij tot een circulair architect. “BlueCity biedt deze bedrijven een podium: het pand en het platform maken zichtbaar wat een circulaire economie inhoudt en biedt. Ander pluspunt is dat BlueCity als brandpunt fungeert van al die circulaire initiatieven in de stad. Wij zijn spil tussen kleine ondernemers met inventieve ideeën en grote bedrijven die niet weten hoe ze hun duurzaamheidsdoelen moeten invullen. Wij zijn de voedingsbodem onder een gezond klimaat voor circulaire ondernemers.”

Die term circulair blijkt nog lastig uitleggen. “Als je het platslaat”, stelt Van Ewijk, “is het een economie die niet meer tegen de klippen op groeit, maar die gebruik maakt van wat er is. Voor Rotterdam is het belangrijk dat wij die alternatieve economie zichtbaar maken. Vanuit de hele wereld komen mensen kijken hoe wij hier invulling geven aan de circulaire economie.”

Kracht
Een andere manier waarop BlueCity invulling geeft aan haar rol als broedplaats, ligt in samenwerking met de Hogeschool Rotterdam: samen bereiden ze studenten vanuit een circulaire praktijksituatie voor op de arbeidsmarkt van de toekomst. In BlueCity komen zij makkelijk in aanraking met ondernemers en worden ze sneller geïnspireerd zelf een bedrijf te starten. Dat laatste is een speerpunt van BlueCity: meer bedrijven helpen starten én opschalen, bijvoorbeeld via de Circular Challenge. Van Ewijk: “Op die manier is in 2018 het bedrijf Waterweg ontstaan. Van het problematische restproduct bagger maken zij nu waterdoorlatende stoeptegels die helpen bij een goede waterhuishouding in de stad. Hier komt straks ook heel veel werkgelegenheid uit voort. Voor mij een typisch voorbeeld van de kracht die BlueCity ontketent.”

Het zijn dit soort voorbeelden die maken dat Rotterdam inmiddels internationaal als voorloper gezien wordt op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie. Van Ewijk: “Er is internationaal erg veel aandacht voor initiatieven die wij ontwikkelen, dat heeft een gunstig effect op de waardering voor de stad. Rotterdam is niet langer alleen havenstad, ze is vooruitstrevend en wil in 2030 wereldwijd de maatstaf zijn voor stedelijke duurzaamheid. Dat BlueCity helpt de transitie naar die nieuwe economie te versnellen door middel van innovatief ondernemerschap, maakt mij trots.”

Na vijf jaar is Blue City een begrip. Maar er is volgens Van Ewijk nog wel werk aan de winkel: “Wij zijn voorbij de scepsis dat wij een stelletje havermelklatte-drinkende hippies zijn die het geliefde zwembad gekaapt hebben. Wij verteren hier niet doelloos subsidies. Wij werken hard aan een transitie naar een duurzamere economie en we zien inmiddels sectoren waarin echt gezocht wordt naar hergebruik van materialen, zoals de bouw. Tegelijkertijd wordt duurzaamheid steeds normaler gevonden, dat zie je aan een initiatief als ‘duizend geveltuintjes’. Het gaat voor de inwoners van Rotterdam ook echt leven. Dat willen wij versnellen: we moeten nog inclusiever worden. We gaan dit pand uit en de wijken in, naar de mensen toe en hen laten zien wat duurzaamheid en een circulaire economie hen oplevert. Met meer bedrijvigheid ontstaat er meer werkgelegenheid. Dat is voor mij de motor voor de volgende vijf jaar BlueCity.”